v Polsstok

 Afbeelding polstok
  Polsstok
OOOOOOOOOO Het was een mooie zomermiddag toen ik van een vriend aan de overkant van de straat terug naar huis slenterde. 
Hij was niet thuis. Niet goed wetend wat ik zou gaan doen liep ik Kees tegen het lijf. Kees woonde bij ons schuin tegenover, en hij had een pracht van een polsstok bij zich. 
Dat was iets. Ze waren in het park net bezig om nieuwe hockey-velden aan te leggen en daar lagen nu allemaal bergen wit zand met plassen water ertussen. Daar met een polsstok overheen springen. Dat zou wat zijn. Ik vroeg dus aan Kees waar hij die stok gehaald had en of er nog meer lagen.
 “Nog zat” zei Kees, en hij ging met mij mee om aan te wijzen waar het was. Bij “het gat” een gevaarlijke wiel langs de spoorbaan Boxtel – den Bosch. We liepen over een smal pad en ergens halverwege wees Kees op een jonge boom. Kaarsrecht en van de goeie dikte. En voor ik iets kon vragen haalt Kees een joekel van een hakmes onder zijn trui vandaan en slaat met een paar flinke klappen die boom tegen de vlakte. Vakkundig pelden we de bast er af, en mijn polsstok was klaar. En wij springend en lopend naar de bergen zand bij de hockey-velden in het park.
 Van de ene berg naar de andere springend, over en ook vaak in het water, en we hadden de grootste lol. Aan het eind van de middag, stijf van de modder en het water siepend in de schoenen, springen we op huis aan. Ik was intussen al zo geoefend dat ik thuis gekomen mijn stok goed beet pakte, een aanloop nam en achter over het tuinhekje sprong. Vooraan bij de plaats was ook een hekje, door vader zelf getimmerd van houten latten, groen geverfd met zo’n schuin wit puntje er bovenaan. Weer nam ik een aanloop en wipte over het hekje. Mijn broer die binnen zat en mij zo over dat hek zag springen kwam naar buiten en wilde dat ook proberen. Hij springt eerst een paar keer als een kikker over het tuinpad op en neer om te oefenen. Dan neemt hij een aanloop en wil over dat tuinhekje springen. Wat hij echter niet wist, was dat ik snel even met mijn voet boven op zo’n punt van dat hekje stapte. Dus hij springt er over, blijft met zijn tenen achter zo’n puntje van dat hekje haken en dondert voorover over dat tuinhek heen. Nu wil het toeval dat vader ook een tuinbank had gemaakt die al jaren op de plaats tegen de schutting stond. En helaas net in het verlengde van het hekje. Een ramp was niet te voorkomen. Het was een stevige bank en broertjes kinnebak was niet opgewassen tegen vaders robuuste bouwwerk. Zijn hele kin en onderlip was kapot, toen hij met een klap op die bank terecht kwam. Dat was het einde van mijn carrière als polsstok springer, want nog diezelfde avond werd mijn prachtige polsstok tot kachelhout gezaagd.  
OOOOOOOOOO