|
Het was zover. Ik had de leeftijd bereikt dat ik mijn plechtige communie mocht doen. Dat hield ook in dat de catechismus van buiten geleerd moest worden en nog meer van dat soort dingen. En ik moest natuurlijk een nieuw pak. Je kunt tenslotte niet je plechtige communie doen in je normale kloffie. Dus reisde ik met moeder naar Eindhoven. Hier woonden tante Jo (een zus van vader) en die wist de weg in de stad. Na de nodige winkels in en uit te zijn gelopen kwamen we bij de firma Leijgraaf. Als je hier een pak kocht mocht je voor de helft van het aankoop bedrag er nog allerlei artikelen gratis bij zoeken. Dat werd dus een overhemd, stropdas, sokken enz. Toen we op de communiedag zelf na de kerkdienst thuis kwamen was de tafel feestelijk gedekt en versiert met seringen uit de tuin, zodat de hele kamer er naar geurde. Maar het belangrijkste was dat ik vanaf die dag ’s zondags een sigaretje mocht roken. Zo trots als een hond met zeven lullen zat ik aan mijn saffie te zuigen. Nou moest ik iedere zondagmorgen voor vader altijd een pakje shag en vloei gaan halen bij Tinus Melis. Die had op de hoek van de straat een winkeltje waar hij snoep en tabakswaren verkocht. Sterling. Een vierkant pakje van zilverpapier, dat met een banderol was afgesloten. Nou was het zo dat die banderol niet goed plakte op dat zilverpapier en dus gemakkelijk los te halen. Trouw ging ik iedere zondag shag halen met een pakje mascotte vloeipapier. Maar voor ik weer thuis was had ik genoeg shag en vloei voor mijn eigen saffies. Ik stoomde er de hele week dan ook lustig op los tot het geel en groen voor m’n ogen draaide, en ik er tenslotte zo ziek en beroerd van werd dat ik er mee gestopt ben. Want ze mochten thuis natuurlijk niet zien dat ik de hele week doorstoomde als een locomotief. En zo stiekem vlug een saffie weg te blazen achter het schuurtje daar was uiteindelijk ook geen aardigheid aan. |
|
|