![]() |
Tijdens mijn vakantie snuffel ik graag rond in de bibliotheek die op bijna elke camping wel te vinden is. En deze keer kwam ik er een boek tegen met allerlei uitspraken van kinderen. Deze zijn zo mooi dat ik ze graag met jullie wil delen. Het is een afwisselend geheel vol met humor en kleine verdrietjes, kinderlijk onbegrip en schaamteloze waarheden. |
. De juffrouw heeft op school verteld dat je alles aan God kunt vragen, als je maar bidt. Een van haar leerlingetjes moet voor een onderzoek naar het ziekenhuis. Ze zit samen met haar moeder in de wachtkamer. Het wachten duurt nogal lang en bovendien huilt er een baby. Plotseling vouwt dochterlief de handjes en knijp haar ogen stijf dicht. Op de vraag wat ze aan het doen is, zegt ze: “Ik bid tot God dat die baby eindelijk zij kop dicht houdt.” |
. Guido van vijf neemt vlak voor het bijbellezen in de klas zijn juf even apart: “Juf, wil je niet weer dat verhaaltje vertellen van dat kruis en die gaten in zijn handen. Daar krijg ik het toch zo benauwd van.” |
. Oma’s buurvrouw vraagt aan Kareltje van tien, die in Rotterdam woont: “Is jouw vader van de protestante of van de katholieke? “Nee zegt Karel wij zijn van Crooswijk” |
. Frank is aanwezig bij de intrede van een nieuwe predikant. Bij het binnenkomen vergezellen twee andere predikanten de nieuwe dominee. Dat is voor Frank iets te veel van het goede en opeens roept hij: “Wie van de drie.” |
. Floortje gaat met haar oma mee naar de rooms-katholieke kerk. Ze zit heel stil naast oma maar fluister dan ineens: “We gaan hier Indisch eten, ik ruik het.” |
![]() |